Woorden die in het Nederlands met -au- of -auw- worden gespeld, worden meestal ook in het Sittards met -au- of -auw- gespeld. Een aantal gevallen wordt met -aw- gespeld. Kijk voor voorbeelden hiervan bij de klankoefening -aw-.
Voorbeelden:
De kat zaet miauw
Dao löp ‘n pauw
Ich aet kabeljauw
Als het Nederlands geen keuze voor -ou(w)- of -au(w)- voorschrijft, wordt in het Sittards altijd -ou(w)- gebruikt.
Voorbeelden:
ouch
sjtoum
rouk
loupe