Zelfstandige naamwoorden die eindigen op -l, -r, -n, -m, -d, -t of op een klinker krijgen bij de vorming van het verkleinwoord de uitgang –sje: keëlsje, bechersje, weënsje, blömsje, hudsje, ruutsje, aisje.
Eindigt het woord op -s of -sj wordt de uitgang -je toegevoegd: huus-je, sjtets-je, pensj-je. Om verwarring in uitspraak met de sj-klank te vermijden, wordt in dit geval de uitgang met een verbindingsstreepje aan het grondwoord gekoppeld: sjäös-je, kens-je.